Op 2 mei 2024 werd een Koninklijk Besluit gepubliceerd, waardoor werkgevers met ingang van 01 juli 2024 eenvoudiger kunnen samenwerken op gebied van werknemerswelzijn.

Achtergrondinformatie

Een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (GIDPB) is een samenwerkingsverband tussen meerdere werkgevers om gezamenlijk één interne dienst te vormen. Deze dient ter ondersteuning van het welzijnsbeleid op het gebied van veiligheid, gezondheid, ergonomie, arbeidshygiëne en psychosociale aspecten op de werkvloer. Het doel van een GIDPB is om door middel van gedeelde expertise en middelen een efficiëntere en effectievere aanpak te bieden dan individuele bedrijven zelfstandig zouden kunnen.

De oprichting van een GIDPB wordt geregeld door de Codex over het Welzijn op het Werk, die weer voortvloeit uit de Welzijnswet van 4 augustus 1996. Deze wet verplicht elke werkgever om een interne dienst voor preventie en bescherming op te richten. Als bedrijven echter een technische of organisatorische eenheid vormen met andere juridische entiteiten, kunnen ze toestemming krijgen om een gemeenschappelijke interne dienst op te richten.

Vereenvoudiging procedure

Een nieuw koninklijk besluit richt zich op de versoepeling van de oprichtingsvoorwaarden voor deze diensten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen grote en kleine gemeenschappelijke interne diensten, waarbij de kleinere groepen minder bureaucratische hindernissen ondervinden bij de oprichting.

Grote gemeenschappelijke interne diensten bestaan uit samenwerkingen van meer dan tien werkgevers of groepen die samen meer dan 2.000 werknemers in dienst hebben, of die een eigen medisch toezichtsdepartement bezitten. Voor deze groepen is voorafgaande toestemming van de FOD Werkgelegenheid vereist. Deze toestemming wordt verleend na een grondige controle en goedkeuring door de inspectie Toezicht Welzijn op het Werk.

Kleine gemeenschappelijke interne diensten daarentegen, zijn die waar minder dan tien werkgevers of minder dan 2.000 werknemers bij betrokken zijn, en die geen eigen medisch toezichtsdepartement hebben. Deze groepen kunnen een gemeenschappelijke dienst oprichten zonder voorafgaande toestemming, maar moeten wel hun oprichting melden bij de FOD Werkgelegenheid en een lijst van betrokken werkgevers indienen.

Ongeacht de grootte van de dienst moeten alle groepen voldoen aan bepaalde voorwaarden om de oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst mogelijk te maken:

  • Er moet een relevante band zijn tussen de werkgevers, zoals juridische, economische, geografische of technische connecties.
  • De dienst moet een duidelijke meerwaarde bieden en efficiënter zijn dan afzonderlijke diensten.
  • Er moet een akkoord zijn tussen de werkgevers over de organisatie en werking van de dienst.
  • Er moet een voorafgaand advies zijn van de werknemersvertegenwoordiging (CPBW, werknemersdelegatie of rechtstreeks).

Daarnaast zijn er specifieke overgangsbepalingen. Alle bestaande toelatingen voor het oprichten van dergelijke diensten die vóór 1 juli 2024 zijn verleend, blijven geldig tot uiterlijk 1 juli 2027. Na deze datum moeten nieuwe toelatingen worden aangevraagd volgens de nieuwe regelgeving.

Deze nieuwe regelgeving heeft als doel het welzijn op de werkplek te verbeteren door samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheden, en biedt een flexibeler kader voor de oprichting en het beheer van gemeenschappelijke interne diensten voor preventie en bescherming. Dit maakt het voor werkgevers gemakkelijker om een robuust preventiebeleid te implementeren, wat uiteindelijk de veiligheid en gezondheid van werknemers ten goede komt.

Bronnen:
FOD Werkgelegenheid - Nieuw KB over de oprichting en werking van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk https://werk.belgie.be/nl/nieuws/nieuw-kb-over-de-oprichting-en-werking-van-een-gemeenschappelijke-interne-dienst-voor
FOD Werkgelegenheid - Gemeenschappelijke dienst voor preventie en bescherming op het werk https://werk.belgie.be/nl/themas/welzijn-op-het-werk/organisatorische-structuren/gemeenschappelijke-dienst-voor-preventie-en

Gepubliceerd op13 Jun 2024