De Hoge Raad voor Werkgelegenheid bracht vorige week haar jaarlijkse rapport over langdurige ziekte uit. En helaas, het brengt geen goed nieuws. Het aantal mensen dat langer dan een jaar ziek is, blijft stijgen. Terwijl de uitstroom niet toeneemt en de instroom verder groeit. Er worden nochtans vele pogingen ondernomen om deze trend te keren: van nieuwe wetgeving rond re-integratie, speciale trajecten van de VDAB voor heroriëntatie tijdens ziekte, tot boetes voor werkgevers die kampen met hoge aantallen langdurig zieken. 

Waar loopt het dan mis?

Het antwoord is complex, aangezien dit probleem zich niet laat oplossen met kant-en-klare oplossingen. Opmerkelijk is de nadruk op de heractivering van langdurig zieken. Een begrijpelijke reflex, gezien dit de noodklok luidt dat er iets fout gaat. Maar is dit wel de juiste aanpak? Duidelijk is dat heractivering geen sinecure is; anders hadden eerdere initiatieven meer succes gehad. Bovendien is het een intensief en dus duur proces. Met een blijvend stijgende instroom en een uitstroom die niet navenant toeneemt, dreigt dit proces een financiële bodemloze put te worden. Desalniettemin, het blijft cruciaal om in te zetten op de heractivering van zieken, omdat dit ten gronde de betrokkenen helpt. We mogen mensen in ziekte niet afschrijven; werk vormt immers een essentieel onderdeel van iemands zingeving en kan cruciaal zijn in het revalidatieproces.

Wat is de oplossing?

De analyse toont aan dat twee derde van de langdurig zieken thuiszit met mentale of bewegingsproblemen - aandoeningen die sterk beïnvloed worden door onze levensstijl. Onderzoek wijst uit dat preventie de meest kosteneffectieve benadering is. Echter, preventie is niet onze prioriteit; in België besteden we slechts 1,6% van ons gezondheidsbudget aan preventie, aanzienlijk minder dan het EU-gemiddelde en ver onder de WHO-doelstelling. Ook binnen bedrijven ligt de focus vaak op het aanpakken van verzuim, wat logisch is gezien de hoge kosten, maar ook hier prevaleert de reactieve benadering boven preventie. Ligt hierin misschien de kern van de crisis rond langdurig ziekteverzuim? Door de instroom te verminderen via preventie, kunnen we het aantal langdurig zieken stabiliseren. Zoals studenten geneeskunde al vroeg leren: eerst moet de bloeding gestopt worden, alvorens verder te handelen.

Hoe doen we dit?

We weten waar het probleem ligt: te veel mensen vallen uit door mentale en bewegingsproblemen. Het is dan ook logisch om in te zetten op deze twee domeinen. Door lessen te trekken uit gezondheidsbevordering en risicopreventie, kunnen we een complementaire aanpak hanteren die nog te weinig wordt toegepast. Dit betekent concreet: 1) het beperken van risico's door gevaarlijke situaties aan te pakken en 2) mensen ondersteunen in het aannemen van gezond gedrag, en dit op alle niveaus: maatschappelijk, binnen organisaties en individueel, door inzichten uit diverse disciplines te combineren.

Beide speerpunten bieden uitstekende kansen voor een geïntegreerde aanpak. We moeten actief de oorzaken van mentale en fysieke problemen op de werkvloer aanpakken met innovatieve oplossingen en een data-gedreven benadering. Het is essentieel om de situatie goed te begrijpen voordat we actie ondernemen; te vaak missen generieke oplossingen hun doel. Daarnaast moeten we de weerbaarheid van mensen versterken door hen te leren omgaan met de veranderende wereld, gezonde copingmechanismen aan te leren en hen te ondersteunen bij haalbare veranderingen in levensstijl of sociale omgeving, steeds uitgaande van bewezen effectieve methoden.

Tot slot is het van belang dat we onze acties goed omkaderen. De beslissingen die we nemen moeten worden opgevolgd en geëvalueerd op impact. Dit verhoogt het draagvlak in bedrijven en de maatschappij, wat verdere investeringen mogelijk maakt.

We staan op een kantelpunt. Een verschuiving in focus en middelen kan echte verandering teweegbrengen, maar vereist moed en visie. Moed om een andere koers te varen, visie om een preventieve aanpak de tijd te geven om te renderen.