Minstens eenmaal per jaar moet de interne preventiedienst een grondig onderzoek verrichten van de arbeidsplaatsen en werkposten (Codex art. II.1–6, 1° c). Een letterlijke lezing van deze wettekst laat de interpretatie toe, dat deze niet elk jaar fysiek moet worden bezocht. Toch is het aangewezen om ook daadwerkelijk op geregelde tijdstippen een rondgang op de werkplaats en werkposten te organiseren en niet enkel in het kader van het CPBW.