Attentia
info@attentia.be
Het koninklijk besluit (KB) van 12 februari 2023 tot wijziging van boek VI van de Codex over het welzijn op het werk, titel 3, betreffende asbest is op 27 februari 2023 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Dit koninklijk besluit verduidelijkt en/of vervolledigt de bestaande bepalingen inzake asbestinventarisatie, metingen, het werkplan en asbestverwijdering. Een aantal wijzigingen hebben betrekking op het opstellen en bijwerken van de asbestinventarisatie, alsook op de eventuele staalafname tijdens de asbestinventarisatie. Zo wordt bepaald dat deze inventaris jaarlijks bijgewerkt moet worden, alsook na elke gebeurtenis of handeling die leidt tot een wijziging in de toestand van de aanwezige asbesthoudende materialen, na verwijdering van asbesthoudende materialen en na het ontdekken van asbesthoudende materialen die niet in de inventaris vermeld zijn.
De opstelling, bijwerking of uitbreiding van de inventaris is gebaseerd op een visuele inspectie. Wanneer in het kader van deze inventaris stalen genomen moeten worden, gebeurt dat volgens de procedure van bijlage VI.3-5, die aan titel 3 is toegevoegd (zie kader). Het koninklijk besluit preciseert dat er een modelinventaris ter beschikking gesteld wordt op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Ter herinnering: er is reeds een document toegevoegd op de website van de FOD Werkgelegenheid.
Er dient rekening mee gehouden te worden dat de adviseur preventie en arbeidsveiligheid en de preventieadviseur-bedrijfsarts elk een schriftelijk advies uitbrengen over de inventaris en de bijwerking en uitbreiding ervan. Deze adviezen worden samen met de inventaris en eventuele wijzigingen ervan ter informatie voorgelegd aan het Comité. Daarnaast behandelt het koninklijk besluit de werkwijze die gehanteerd moet worden wanneer tijdens werkzaamheden niet-geïnventariseerde asbesthoudende materialen ontdekt worden.
Indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden de aanwezigheid van potentieel asbesthoudende materialen wordt vastgesteld die niet in de inventaris zijn vermeld, brengt de werkgever van de externe onderneming de opdrachtgever hiervan onmiddellijk op de hoogte. De werkgever van de externe onderneming legt de werkzaamheden stil in alle zones waar op basis van dit verslag de aanwezigheid van niet-geïnventariseerde asbesthoudende materialen mogelijk is, alsook in alle potentieel verontreinigde gebieden. Deze gebieden worden duidelijk gemarkeerd en afgebakend en er worden passende maatregelen genomen om ongeoorloofde toegang te voorkomen. Hij mag de werkzaamheden niet hervatten voordat het materiaal is geanalyseerd, de inventaris en het beheersplan zijn bijgewerkt en het werkplan indien nodig is aangepast.
Voor metingen ligt de nadruk op de algemene eis om een steekproefstrategie vast te stellen. In het geval van metingen rond en in hermetisch afgesloten ruimtes wordt expliciet vermeld dat het laboratorium door de opdrachtgever wordt aangewezen. De preventieadviseur-bedrijfsarts geeft, na overleg met de adviseur preventie en arbeidsveiligheid – en na akkoord van het Comité – de werkplekken aan waar steekproeven zullen plaatsvinden en bepaalt de duur ervan, rekening houdend met de door het laboratorium vastgestelde steekproefstrategie. Het werkplan moet opgesteld worden voordat de werkzaamheden uitgevoerd worden. Indien tijdens de werkzaamheden van dit werkplan afgeweken wordt, moeten deze afwijkingen gemotiveerd worden.
Ten slotte worden bepalingen ingevoerd voor asbestverwijderingswerkzaamheden aan speciale constructies waarbij het niet mogelijk is een hermetisch afgesloten ruimte te creëren. In hermetisch afgesloten ruimtes is visueel contact met het werkgebied vereist. Tenslotte wordt de ontmanteling van het verzegelde gebied nader beschreven.
BIJLAGE VI.3-5 Procedure voor het opstellen van de inventaris |
Asbestinventarisatie kan leiden tot blootstelling aan asbest: daarom zijn de bepalingen van boek VI, titel 3 van de Codex over het welzijn op het werk van toepassing op werkzaamheden in het kader van asbestinventarisatie. De persoon die belast is met de inventarisatie, beschikt over de vereiste uitrusting om representatieve stalen te nemen, kruisbesmetting tussen stalen te vermijden, het milieu niet te verontreinigen en zichzelf te beschermen:
De bovenstaande lijst is niet volledig. Aanvullende apparatuur kan nodig zijn indien de steekproeftechniek dit vereist of indien de risicoanalyse dit aangeeft. |
Lees meer nieuws over: Preventie en bescherming , gezondheid , gezondheidstoezicht , wetgeving