De NMBS verhoogt op 1 februari 2020 zijn tarieven met 2,87%. We herhalen hierna de algemene principes inzake terugbetaling woon-werkverkeer. 

 

Openbaar vervoer 

 

  1. Algemene regeling 

De werkgever is verplicht een tussenkomst te betalen in de kosten van het woon-werkverkeer voor de werknemers die gebruik maken van het openbaar vervoer. De algemene regeling voor de werkgevertussenkomst in het openbaar vervoer is een terugbetaling volgens cao 19/9 van 23 april 2019. 

 

De tussenkomst in geval van treinvervoer is gebaseerd op basis van een tabel met forfaitaire bijdragen van 70% van de prijzen van de treinkaarten (prijzen op 1 februari 2019). Deze tabel is van toepassing sinds 1 juli 2019. De oude tabelvastgelegd in cao 19 octies, dateerde reeds van 1 februari 2009.  

 

De tussenkomst in het openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, voor de verplaatsingen vanaf 5 km (berekend vanaf de vertrekhalte) wordt als volgt bepaald: 

  • wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, wordt de bijdrage van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend op basis van de hierboven vermelde tabel met forfaitaire bedragen, zonder evenwel 75 % van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden;  
  • wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 71,8 % van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeversbijdrage berekend op basis de hierboven vermelde tabel voor een afstand van 7 km te overschrijden. 

 

  1. Terugbetaling volgens sector- of ondernemingscao 

De werkgeverstussenkomst in de kosten van de woon-werkverplaatsingen, in geval van openbaar vervoer, wordt soms vastgelegd in een cao op sector- of ondernemingsniveau.  

 

De tussenkomst van de werkgever is vaak een percentage, bijvoorbeeld 80% of 90%, van de prijzen van de treinkaarten. Aangezien de tarieven van de treinkaarten verhogen op 1 februari 2020, verhoogt in dit geval ook de tussenkomst van de werkgever op 1 februari 2020. 

 

Eigen vervoer 

 

Cao 19/9 voorziet niet in een verplichte tussenkomst in de reiskosten in geval van eigen vervoer. De verplichting kan wel voortvloeien uit een sector- of ondernemingscao. Hierna volgt een overzicht van de meest voorkomende situaties. 

 

  1. Cao verwijst naar de prijzen van de treinkaarten 

De cao voorziet in een werkgevertussenkomst in het woon-werkverkeer voor eigen vervoer op basis van een bepaald percentage van de prijzen van de treinkaarten. Deze bedragen zijn rechtstreeks afgeleid van de tarieven van de NMBS.  De NMBS verhoogt e de prijzen van de treinkaarten op 1 februari 2020. De afgeleide tabellen worden dus ook aangepast op 1 februari 2020. 

 

  1. Cao verwijst naar cao nr. 19 octies of cao nr. 19/9 

Sectoren of ondernemingen die voor de terugbetaling verwijzen naar ‘de werkgevertussenkomst in de prijs van de treinkaart’, verwijzen naar de forfaitaire bedragen opgenomen in de tabel in art. 3 van cao 19 octies of cao 19/9. Op 1 februari 2020 wijzigt er niets.  

 

  1. Sector of onderneming met eigen tabel 

De sector of de onderneming kent een werkgeverstussenkomst toe op basis van een tabel opgemaakt door de sector of de onderneming zelf. Deze tabellen worden aangepast volgens de bepalingen in de cao. Dit kan jaarlijks, tweejaarlijks, … zijn. Er zijn tevens ondernemingen die ervoor kiezen om een eigen tussenkomst toe te kennen aan de werknemers. Meestal is dit een aanpassing van de sectortabel, bvb. toekenning vanaf 1 km afstand terwijl de sector pas een vergoeding toekent vanaf 3 km. De werkgever moet echter steeds rekening houden met het sectorminimum. Men mag immers niet minder toekennen dan wat in de sector wordt bepaald. 

 

 

 

 


Lees meer nieuws over: Verloning , Werken met personeel , loonelementen , loonlasten , wetgeving , woon-werkverkeer

2023 ©
Attentia
Privacyverklaring | Disclaimer