Attentia
info@attentia.be
Het Federaal agentschap voor beroepsrisico's (Fedris) stapt in een pilootproject voor de begeleiding van werknemers die getroffen zijn door een burn-out (vroegtijdig, stadium 1 of 2), of die het risico lopen om daar het slachtoffer van te worden. Het aantal deelnemers blijft voorlopig beperkt.
De nadruk ligt op preventie want ook wie nog aan de slag is, komt in aanmerking voor hulp. Het project zal ten laatste starten op 1 november 2018. Na twee jaar volgt een evaluatie.
De doelgroep is ruim want men verwijst naar de definitie voor werknemers die opgenomen is in de Welzijnswet van 4 augustus 1996. Het gaat hier bijvoorbeeld dus ook om stagiairs en personen met een leerovereenkomst. Maar het experiment blijft wel beperkt tot bepaalde sectoren.
Ook het aantal deelnemers is beperkt. Het project is bedoeld voor 300 tot 1.000 werknemers (aangenomen na bevestiging van de diagnose).
Wie graag een begeleiding wil, moet zich kandidaat stellen. Bedoeling is om 'een tenlasteneming aan te bieden om het behoud van het werk of de snelle werkhervatting te bevorderen'. Dat betekent in dit geval dat Fedris de kosten draagt van de sessies, de vergaderingen en de verslagen die in het traject zijn beschreven, én de verplaatsingskosten van de werknemer.
Men maakt hier een onderscheid tussen de 'burn-outbegeleide' die het traject moet coördineren enerzijds, en de 'begeleider van individuele sessies' die bepaalde aspecten van het begeleidingstraject moet verzekeren anderzijds.
De deskundigen worden sowieso geselecteerd door Fedris op basis van criteria die het beheerscomité voor de beroepsziekten heeft goedgekeurd. Fedris sluit met hen een overeenkomst af (en kan de samenwerking ook beëindigen).
De sessies 'stress en werkkliniek' zijn gericht op het contact met de professionele omgeving. Dit betekent dat de begeleider zorgt dat er een 'multidisciplinaire vergadering' komt om de arbeidssituatie te bespreken. Hij zal contact opnemen met de dienst voor preventie en bescherming op het werk (gezondheidstoezicht) van de onderneming, ongeacht of het om een interne of een externe dienst gaat.
Fedris benadrukt de link met de werkgever. Zo vroeg mogelijk zal de werknemer worden aangemoedigd om contact op te nemen met de bedrijfsarts (spontane raadpleging of een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting). Fedris stipt ook aan dat de multidisciplinaire vergadering enkel kan plaatsvinden na formele goedkeuring van de werknemer om zijn anonimiteit op te heffen.
Fedris neemt de kosten op zich. Het agentschap doet dat op basis van een gedetailleerde 'prijslijst' (jaarlijks te indexeren) die opgenomen is in het nieuwe KB:
De betrokkene moet een 'aanvraag tot bevestiging van de diagnose' indienen bij Fedris. Dat gebeurt via een formulier dat het beheerscomité vastlegt. Het wordt gedateerd en ondertekend door de betrokkene, én door de behandelend arts, of de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer of de preventieadviseur psychosociale aspecten.
Dit eindverslag wordt meegedeeld aan de betrokkene, de behandelend arts, de preventieadviseur- arbeidsgeneesheer, de preventieadviseur psychosociale aspecten en, als de arbeidsongeschiktheid voortduurt na de periode van gewaarborgd loon, aan de adviserend-arts van de verzekeringsinstelling.
Tot slot. Burn-out is een van de maatschappelijke uitdagingen die de sociale partners aangestipt hebben in het interprofessioneel akkoord voor de periode 2017-2018. Daartoe werd een werkgroep opgericht binnen de Nationale Arbeidsraad (NAR). Die heeft een globale aanpak uitgewerkt voor het opzetten van pilootprojecten voor primaire preventie van burn-out.
Lees meer nieuws over: Preventie en bescherming , psychosociale risico's , wetgeving