Attentia
info@attentia.be
De verschillende koninklijke besluiten over het verkrijgen van het recht op ouderschapsverlof en de toekenning van de bijhorende uitkeringen vermelden dat het kind, voor wie de onderbreking wordt aangevraagd, jonger dan 12 jaar moet zijn of jonger dan 21 jaar in geval van handicap.
In de teksten wordt vermeld dat wanneer het kind gehandicapt is, die handicap minstens 66% moet zijn of dat de handicap minstens 4 punten met zich moet meebrengen in pijler 1 van de medisch-sociale schaal, in de zin van de reglementering rond de kinderbijslag.
De wet van 14 december 2018 houdende diverse arbeidsbepalingen heeft het begrip 'gehandicapt kind' echter uitgebreid.
Die wet trad in werking op 31 december 2018 en is onmiddellijk van toepassing. Om voortaan het recht op ouderschapsverlof te verkrijgen voor een kind tussen 12 en 21 jaar moet het kind:
Volgens de FOD WASO mogen de onderbrekingsuitkeringen worden toegekend wanneer een werknemer ouderschapsverlof aanvraagt voor een gehandicapt kind dat voldoet aan dat nieuwe begrip, aangezien de wet onmiddellijk van toepassing is en de koninklijke besluiten niet moeten worden aangepast. Concreet is het nieuwe begrip van toepassing op alle aanvragen om ouderschapsverlof die werden ingediend bij de werkgever vanaf 31 december 2018.
Omwille van bezorgdheid rond de juridische aspecten zullen de verschillende koninklijke besluiten over ouderschapsverlof (KB van 29.10.1997 etc.) nadien worden aangepast om conform te zijn met de voormelde wet.
Lees meer nieuws over: Newsletter , Tewerkstelling , Werken met personeel , tewerkstelling , verloven , wetgeving