Met de stijgende energieprijzen rijst steeds meer de vraag om de temperatuur te verlagen naar 19°C. Maar is dit wel zo’n goed idee? De omgevingstemperatuur heeft namelijk ook een invloed op het welzijn van jouw medewerkers. Wat is nu de ideale kantoortemperatuur? 
 
Als werkgever heb je er belang bij om jouw medewerkers in goede omstandigheden te laten werken op kantoor. Dit heeft niet alleen een impact op de productiviteit, je bent als werkgever ook verplicht maatregelen te treffen volgens de Codex Welzijn op het Werk (Boek III, titel 1). 
 
Wettelijk gezien mag de minimumtemperatuur voor het uitvoeren van zeer licht werk, zoals bijv. beeldschermwerk niet lager dan 18°C zijn. Dit kan gemeten worden met een gewone droge (kwik)thermometer. 19°C is bijgevolg theoretisch wettelijk ok.
 
 
En is dat dan eigenlijk niet te koud?
Deze vraag is echter niet zo éénduidig te beantwoorden. Het comfortgevoel of m.a.w. of je het in een ruimte al dan niet aangenaam warm vindt, wordt niet alleen bepaald door de temperatuur maar ook door andere klimaatparameters als:
  • De relatieve luchtvochtigheid 
  • De luchtsnelheid
  • Temperatuurverschillen tussen bovenste en onderste luchtlagen in de ruimte
  • Tocht
  • Warmte van het vloeroppervlak
  • Stralingsasymmetrie
 
Naast klimaatfactoren hangt het comfortgevoel ook af van:
  • Het persoonlijk welbevinden (koukleum versus warmbloedig)
  • De kledij die je aanhebt (warmte trui versus luchtige blouse/hemd)
  • De fysieke activiteit die je uitvoert. Loop je veelvuldig rond op kantoor of zit je vrij statisch neer de hele tijd
 
 
Hoe ga je dit meten? 
Het bepalen of een omgeving als te warm of te koud wordt gepercipieerd, wordt omschreven in de ISO-norm NBN EN ISO 7730. De Codex over Welzijn op het Werk verwijst naar deze ISO-norm in artikel V.1-2
 
Je kan dit beoordelen aan de hand van de PMV/PPD-index (Predicted Mean Vote – Predicted Pourcentage of Dissatisfied). Zo kan je het percentage ontevreden mensen over de thermische omgeving voorspellen, afhankelijk van een gemiddeld gevoel dat experimenteel wordt gemeten. De verkregen gegevens zijn dus fictief en theoretisch. 
 
De PMV/PPD-index wordt bepaald volgens:
  • Het metabolisme of de werkbelasting (M)
  • De isolatie door de kleren (clo) 
  • De vier klimaatparameters:
    • De luchttemperatuur (ta)
    • De stralingstemperatuur (tr)
    • De vochtige temperatuur (th)
    • De luchtstroomsnelheid (va)
 
Een situatie wordt als thermisch comfortabel beschouwd wanneer de PPD-index lager is dan 10% (het is immers onmogelijk om 100% van de mensen tevreden te stellen) wat overeenstemt met een PMV tussen - 0,5 en + 0,5.
 
Er zijn echter een aantal bijkomende factoren die de 'ideale' kantoortemperatuur beïnvloeden.
Bijkomende factoren 
Geslacht
Temperatuur beïnvloedt de prestaties van mannen en vrouwen verschillend. Zo blijkt uit onderzoek dat vrouwen beter presteren als zij een rekentaak of een verbaal redeneren-taak uitvoeren dan wanneer zij dat deden in een koudere omgeving. Het tegengestelde effect was te zien bij mannen: die deden het juist beter bij koudere temperaturen.
 
Seizoen
Ook het jaargetijde lijkt een rol te spelen. In de zomer is het moeilijker om het binnenklimaat aangenaam te houden dan in de winter, bijvoorbeeld door grote ramen zonder goede zonwering en het toenemende gebruik van elektrische apparatuur. In de winter kunnen er dan weer klachten ontstaan door lokale temperatuurveranderingen, bijvoorbeeld door tocht of koude straling van ramen. 
 
Ventilatie
In slecht verluchte ruimtes wordt het vaak warmer. De gedaalde productiviteit is hier gedeeltelijk te wijten aan een slechte luchtkwaliteit met een te hoog CO2-gehalte. CO2-waarden boven de 1000 ppm hebben al een impact op het cognitieve vermogen. 
 
Lokaal discomfort
Het thermisch discomfort kan ook veroorzaakt worden door een niet gewenste plaatselijke verkoeling of verwarming. De meeste frequente oorzaken van dit lokaal discomfort zijn (ISO 7730):
  • De asymmetrie van de stralingstemperatuur (koude en warme oppervlakken)
  • Tocht (bepaald als een plaatselijke verkoeling van het lichaam veroorzaakt door een luchtverplaatsing)
  • De verticale temperatuurverschillen en de koude of de warme vloer
 
Relatieve vochtigheid
Vooral hogere temperaturen in de winter (door kunstmatig te verwarmen) leiden tot meer klachten met betrekking tot ‘Sick Building’. De gemiddelde relatieve vochtigheid over een werkdag moet tussen 40 en 60% liggen, tenzij dit om technische redenen of omwille van de aard van de activiteiten niet mogelijk is. De relatieve luchtvochtigheid mag tussen 35 en 70 % liggen indien de werkgever aantoont dat de lucht geen chemische of biologische agentia bevat die een risico kunnen vormen voor de veiligheid en de gezondheid van de aanwezige personen op de arbeidsplaats. 
 
Individuele verschillen
Naast alle bovenstaande factoren bestaan er uiteraard ook individuele verschillen tussen medewerkers over wat zij als een prettige temperatuur ervaren. Hierdoor zullen er bij een welbepaalde temperatuur altijd minimaal vijf procent ontevreden medewerkers zijn. 
 
Controlegevoel
Een laatste niet te miskennen factor is het gevoel dat de medewerkers hebben van controle op hun omgeving. Wanneer medewerkers de perceptie hebben dat ze de temperatuur kunnen beïnvloeden, voelen ze zich meer comfortabel dan wanneer ze dit niet kunnen.